Om voor het eerste credit voor energiezuinige liften in aanmerking te komen mag het verbruik tijden een rit niet hoger zijn dan 1,26 mWh(kg.m). Dat kunnen we vertalen naar een energielabel C volgens de VDI 4707-1. Zoals in andere artikelen hieronder is te lezen loopt BREEAM hiermee achter bij de marktontwikkelingen. Inmiddels is een energielabel A of B al bijna de standaard geworden, waardoor nu een premie is gezet op energie-onzuinige liften.
Een ander criterium dat – naar mijn mening – niet goed gekozen is, is het volgende:
7. De lift is uitgevoerd met een spaarstandfunctie en met variabele snelheid die automatisch aangepast wordt aan de kooibelading om bij ongunstige kooibelading excessief energiegebruik te vermijden.
Het bedoelde systeem wordt voor zover mij bekend door slechts 1 leverancier geleverd. Het opnemen van USP’s van leveranciers moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast is het een vreemd criterium. In de praktijk wordt daar op de volgende wijze invulling aan gegeven:
Een volbeladen kooi vraagt (in opgaande richting) meer motorvermogen. Door de lift langzamer te laten lopen neemt het nominale motorvermogen weer af. We hebben het hier echter over motorvermogen, niet over energieverbruik. Een rekenvoorbeeld: P(vermogen) = Q (last) x 9,81(zwaartekrachtversnelling) x v(snelheid). Voor een lift met een hefvermogen van 1000 kg en een snelheid van 2,0 m/s resulteert dat in het volgende vermogen: 500 kg (bij 50% balancering van het tegengewicht) x 9,81 x 2 = 9810 Watt. Als we de snelheid verminderen (zoals gevraagd door BREEAM) naar bijvoorbeeld 1,0 m/s dan wordt het benodigde vermogen 500 x 9,81 x 1 = 4905 Watt. Een halvering!
Helaas hebben we wel 2 keer meer tijd nodig om boven te komen en daardoor veranderd er niets aan het aantal geconsumeerde kWh.
Er doet zich nog een ander probleem voor. Volbeladen kooien duiden op een groot passagiersaanbod. Aantal liften, hefvermogen en hefsnelheid worden daarop in het ontwerpstadium gekozen. Als we 1 parameter aanpassen heeft dat gevolgen voor de andere parameters. Het hefvermogen vergroten heeft geen effect (het duurt langer voordat de kooi vol is en dat vertraagd de verkeersafhandeling) en dus moet het aantal liften omhoog. Het is maar de vraag of dat duurzaam is. Een andere truc zou zijn om de ontwerpsnelheid (te) hoog te kiezen, zodat je altijd weer wat omlaag kan. Maar wat is daar precies de winst van?
Bovenstaande berekeningen geven het principe aan, maar zijn uiteraard wat ongenuanceerd. Dat neemt niet weg dat BREEAM naar mijn mening beter voor een A of B label kan kiezen volgens de VDI 4707-1 en de overige criteria laten vervallen. Het is beter om doelstellingen te formuleren dan oplossingen voor te schrijven, want die remmen innovatie en bevoordelen marktpartijen die de oplossingen (gepatenteerd) in huis hebben.